Come to the Dark Side! (We have cookies.)
Hoe kan het in godsnaam dat onze wegen niet vol Tracer 700’s rijden? Hij is comfortabel, supervinnig en heeft het beste motorblok van zijn generatie – ondanks de claim van een paar moffen over een zekere vliegtuigmotor. Ik zeg het al sinds de lancering van de eerste Tracer 700 in 2016: Dit is de meest capabele en plezierige alleskunner op maat van ons Europese verkeer. Maar laat me je er meteen ook bijvertellen waarom de nieuwe, gefacelifte versie van de Tracer 700 het volgens mij niet veel beter gaat doen dan zijn voorganger…
Tekst: Arno Jaspers
Fotografie: Jonas Roosens
Eerlijk is eerlijk: bij mijn eerste ontmoeting met de nieuwe Tracer 700 was ik lichtjes teleurgesteld. Wat op de promotiefilmpjes overkwam als een futuristische middenklasse toerfiets, lijkt in realiteit gewoon op de oude met een paar extra LED’s op z’n bakkes. Dat verandert wanneer ik in het zadel kruip, want de cockpit werd compleet vernieuwd. Het mooie LCD-schermpje vind ik een goed(koop) alternatief voor ingewikkelde, dure TFT’s, het mechanisme om het windscherm op en neer te doen is handig en vernuftig en de afwerking is typisch Yam. Dik in orde! Tel daarbij het CP2 motorblok dat rechtstreeks van ‘The Dark Side of Japan’ komt, en ik bereid me voor op een portie toeren… mét extreem hoge funfactor.
Dat motorblok…
M’n handen zitten uit de wind achter de vreemd gevormde handkapjes die we nog kennen vanop het vorige model en ook de stuurbediening is quasi onveranderd. Alles voelt instant vertrouwd aan en het is pas bij het doornemen van de modelinformatie dat ik leer dat de motor een stukje slanker werd. Dat zal me eerlijk gezegd worst wezen, want in de eerste meters op deze 700 krijg ik vooral veel goesting om het tweecilinder motorblok nog eens volledig open te trekken. Dat blok is hier trouwens voor het eerst Euro5-gehomologeerd. Niet dat je die ene PK verlies of 1,5 kilo meergewicht tegenover de vorige generatie zal voelen, net zoals de twee extra tandjes achteraan.
De Tracer 700 is je ideale vriend bij snel, bochtig werk en het is pas tijdens een rustiger snelwegritje dat ik deze goedgebalanceerde middenklasser volledig op waarde kan schatten. De zithouding is comfortabel, het zadel is perfect gepolsterd (met deftige ruimte voor passagier), enkel de windbescherming mocht voor mijn part iets meer zijn, maar dan zit je uiteraard met een grotere (lelijkere) ruit. Tel er nog een verbruik bij dat zelfs onder de 4l gaat bij rustig rijgedrag, en je hebt alle toerkwaliteiten op een rij;
Toch is het niet slecht om even de alternatieven voor dit kleine pretpakket te overlopen. Dat doe ik in de eerste plek door zijn concurrenten uit de eigen stal erbij te halen. Want welke meerwaarde biedt zo’n Tracer nu ten opzichte van een MT-07 of een Ténéré 700? Ik weet het: appelen en peren. Maar toch. Hou je van het speelse, basic aspect, dan kom je misschien uit bij de goedkopere MT-07, desnoods met wat accessoires. Wil je de ultieme alleskunner? Dan opent de Ténéré 700 voor een relatief kleine meerprijs de wereld van het offroaden, zonder veel in te boeten op asfalt. De Tracer moet het dus enkel en alleen hebben van de combinatie rijcomfort/vinnig sturen.
Meerprijs en meerwaarde
Je begrijpt dat de kleinste Tracer tussen twee vuren zit in eigen stal en da’s dan nog zonder de andere concurrenten gerekend. Een paar jaar geleden trokken we reeds op pad met de vorige generatie naast een Kawasaki Versys 650 en een Suzuki V-Strom 650. En hoewel de Tracer die driekamp wat mij betreft overtuigend won, begrijp ik intussen ook wel waarom sommige mensen nog steeds twijfelen tussen de Yam, de oudere Versys en een onderhuids stokoude Suzuki. (Serieus: de V-Strom gaat al 15 jaar mee en het blok 20 jaar!)
Althans, dat leer ik snel wanneer ik na een eerste instagram-post over de Tracer meteen uit allerhande hoeken berichtjes krijg die ik gemakkelijkheidshalve graag in 1 zin samenvat: “Voor 1000 euro minder heb je een Versys mét kofferset.” Dan wordt zelfs de beste Yamaha marketeer even groen van nijd. Prijsbewuste toerrijders laten de Tracer instant links liggen en da’s jammer. Misschien nog wel het meest voor hen.
Geheimtip
Nee, een bestseller zal dit nooit worden, al doet dat weinig af aan z’n rijkwaliteiten. De Tracer 700 stuurt flitsend, biedt zijn rijder heel veel comfort en vertrouwen én voegt er een dosis fun aan toe waar de concurrenten slechts van kunnen dromen. Maar zo sterk als het basispakket is, zo beperkt is de uitrusting. Verwarmde handvatten, een kofferset, tanktas, gpshouder en een groter windscherm zouden meteen op m’n optielijstje komen en dan zwijg ik bewust over elektronische snufjes als tractie- en cruise-controle of duorijden. Voor die laatste dingen kom je toch altijd in een zwaarder/duurder segment terecht.
Hoewel de soepelere versnellingsbak, plakkende Michelin Pilot Road 4’s, goede remmen en solide vering me tijdens de testrit enorm kunnen bekoren, is het steeds het rekenwerk achteraf dat de Yam de das om doet. Waar de MT en Ténéré met hagel op een breed publiek schieten, is de Tracer 700 een scherpschutter die het zelfs binnen zijn niche erg moeilijk heeft om doel te treffen.
De Afrekening
Yamaha verpakte de Tracer zelf mooi onder de marketingnoemer ‘Roads of Life’, maar deze Tracer kan niet verstoppen dat zijn roots aan de ‘Dark Side of Japan’ liggen – de campagne die werd opgezet voor de MT’s. Het is een briljante middenklasser die alles in huis heeft om te slagen, maar het erg moeilijk heeft door de veelzijdige concurrentie in eigen stal en de prijzenoorlog binnen het segment. Ik mag dus wel stellen deze kilometervretende funbike een geheimtip is voor rijders die verder kijken dan de technische fiche.
Yamaha’s 700 platform
Yamaha’s 700 platform legde het merk geen windeieren. Da’s hoofdzakelijk te danken aan de MT-07 die – in navolging van de MT-09 – ‘The Dark Side of Japan’ tot een wereldwijd fenomeen maakte. De middenklasse naked scoort jaar na jaar erg hoog in de verkoopklassementen en dat is niet bij gebrek aan tegenstand. Je vindt al gauw zo’n 15-tal concurrenten die stuk voor stuk de duimen moeten leggen voor de lichte, speelse MT die uitblinkt omwille van z’n ‘CrossPlane’ tweecilinder, kortweg de CP2. Vorig jaar deed het merk met de gekruiste stemvorken er nog eens een flinke schep bovenop door de Ténéré 700 uit te brengen, een basic middenklasse allroad die veel grotere, sterkere hoogpoters van het kastje naar de muur rijdt. En dat voor een fractie van de prijs. Waar de MT-07 vijf jaar na z’n lancering een paar flinke tegenstanders heeft, is de Ténéré bijna alleenheerser bij de middenklasse allroads met serieuze offroad-ambities.