Reisverhaal: Sneeuwreis in een zijspan naar de Hautes Alpes

In de winter motorrijden is niet prettig. Althans, dat is de consensus onder 99% van alle motorrijders. Maar uiteraard zijn er enkelingen die net helemaal openbloeien van zodra de weersomstandigheden zich van hun grilligste kant laten zien. Zo ook Koen Boxer die als een figuurlijke, ietwat naar benzine meurende, edelweiss op een besneeuwde bergtop met z’n R 1150 GSA zijspan naar het treffen van ‘Les Marmottes’ in de Hautes Alpes trok. Rij gerust mee op onderstaand avontuur.

Mag ik u voorstellen aan ‘Bear’?

Bear is een R1150GS adventure van het gezegende jaar 1999 (jaja vorige eeuw) met een, door EML aangebouwd zijspan. Na tal van omzwervingen rond de wereld en 105000km verder presteert hij nog steeds als vanouds. Ik kocht hem van een Nederlandse wereldreiziger en heb hem de laatste 10 jaar vooral gebruikt voor mijn winterse avonturen. Het grote voordeel is dat er altijd plaats is voor je bagage, in de winter is die steeds uitgebreider dan op een zomerse augustusdag en het bijkomende voordeel is dat je op 3 wielen staat tijdens extreme winterse omstandigheden. Na mijn moegestreden R100GS met zijspan bleek hij een goede vervanger en trouwe metgezel waar ik nog vele jaren wil mee doorgaan.

Motortreffen ‘Les Marmottes’

Na het zoveelste Elefanten treffen, Nurbergring en Solla, vorig jaar het Primus treffen in Noorwegen en nog een paar jaar geleden Millevache was het eens tijd voor iets nieuws. Het werd “les Marmottes” in les hautes Alpes, Saint Véran. Het bleek al de 21ste editie en word gesteund door de burgemeester en de plaatselijke horeca. Of de bevolking even enthousiast is laat ik in het midden.

Reistip voor avonturiers: neem je verzekeraar mee

Eerst en vooral een metgezel vinden want alleen is maar alleen. Die vond ik verrassend genoeg in mijn verzekeringsmakelaar Bert. Deze is ook een enthousiast motorrijder en wou het er wel op wagen. Wat eigenlijk niet zo vanzelfsprekend is want je zit dan toch maar in dat kleine bakje op 30cm van de grond met een zelfverklaard zijspanrijder. Eerste probleem, als er iemand meerijd  heb je dubbel zoveel bagage en geen plaats meer om te laden wegens de 80kg wegende bijrijder. Nu had ik wel eens in het verleden een aanhangwagen gezien aan een zijspan dus dacht, dat kan ik ook. De trekhaak constructie hebben een goede vriend en mezelf snel bedacht en gefixt, bol er  op en de juiste elektrische aanpassingen. So far so good. Nu nog een aanhangwagen vinden. Die had ik snel gevonden op een tweedehands site, even aangepakt, goede verlichting en stoplichten gemonteerd en ik was er helemaal klaar voor. Enkele testritten, zonder bagage weliswaar, en het voelde verassend goed aan.

Over batterijen en vrieskou

Nu wil het toeval dat ik midden op onze reisweg de gelukkige bezitter ben van een klein huisje in Frankrijk waar we de eerste nacht zouden overnachten. Das normaal een tripje van 6 uur maar al snel bleek dat zo een overladen zijspan veel minder snel is dan het verwarmde overpowerd koekblik waar we ons allen dagelijks in verplaatsen, nog niet te spreken van het fysieke aspect. Zijspanrijden is topsport! En al zeker op langere afstanden. Het begon al goed, ondanks het grote onderhoud en nazicht, testritten ten spijt, bleek mijn accu toch niet in de beste staat. Kwam daar bij dat de temperatuur in Belgie een fikse duik had genomen een paar dagen voor mijn vertrek en de rest kunnen jullie wel raden. Snel nog geïnformeerd bij de plaatselijke BMW dealer maar daar bleek geen exemplaar op stock te zijn. Dan maar vertrokken en we vinden onderweg wel een oplossing. Die vonden we in Reims bij een dolgelukkige over enthousiaste medewerker van een grote Motorshop. Nog wat koffies en foto’s later waren we weer op pad.

Morsdood maar voldaan in de Morvan

Wat vooral opvalt is op het gebruik van secundaire wegen moet je veel sturen en kracht zetten op de schouders en armen, ook moet je om de haverklap stoppen en vertrekken wat ik zeer voorzichtig deed om mijn koppeling en cardan niet te overbelasten. Op de autoroute is het vooral de nek en de handen, opgelet ik kan wel tegen een stootje, maar het viel me wel op. Ontspannend kan je het niet echt noemen. De rit naar Midden Frankrijk loopt voor de rest vlekkeloos en met de nodige stops komen we moe maar voldaan aan in de Morvan. Snel de kachel aangestoken en een klein feestje gebouwd, ondertussen besluipt me de gedachte: morgen is het even zwaar en misschien wel zwaarder want we komen in de Alpen en voor zover ik me dat herinner is dat niet 1 rechte baan zonder veel obstakels.

Bon, redelijk uitgeslapen maar met een kleine voorhoofdbeen ontsteking zetten we de dag erop onze tocht verder. Mijn metgezel is iets stiller dan voorheen maar in de loop van de dag herstellen we ons. Lyon in zicht, vanaf dat moment is het autosnelweg richting Grenoble om zo de majestueuze  besneeuwde bergtoppen in de verte reeds te ontwaren. Door mijn wereldse omzwervingen heb ik her en der wel wat vrienden wonen en het leek me een goed idee om nog eens langs te gaan bij een oude vriend in de Trièves, Saint Sebastien waar we als helden werden onthaald. Een warme maaltijd met aangepaste dranken werd ons aangeboden, een bed voor de nacht hadden we sowieso al.

Helderblauwe berglucht

Deze keer waren we toch iets voorzichtiger en zijn we op tijd gaan slapen om dan de dag erop, na het nodige afscheid, Hannibal achterna onze eindbestemming te behalen.  Prachtige haarspeldbochten tunnels vergezichten later kwamen we, ruim op tijd aan in het hoogste bewoonde dorp van Frankrijk. Saint Véran, amper 300 zielen en op 2042 meter. Een staalblauwe hemel en een heerlijk zonnetje waren ook van de partij, bij een temperatuur van -5 viel me dat toch goed mee peinsde ik in stiekeme gedachten. Omdat we ruim op tijd waren konden we ons een mooi plekje uitkiezen op het dorpsplein wat voorzien is voor het stelletje ongeregeld te

herbergen.

Sauna in de tent

Een tegenvaller, ze hadden net het plein her aangelegd en gekozen voor een soort van graniet in beton ondergrond waardoor piketten inslaan onbegonnen werk is. Daar heeft het voltallige gemeente bestuur niet bij stilgestaan vrees ik, maar kom, avonturiers die we zijn hebben daar toch een mouw aangepast door constructies allerhande. Door mijn jaren lange winter kampeer ervaringen, ongeveer 30jaar toch, heb ik een indrukwekkend kampeer materiaal assortiment bijeen gesprokkeld om mezelf in barre omstandigheden zo goed mogelijk te vrijwaren van onprettige omstandigheden, waaronder een heuse houtkachel en een webasto diesel verwarming waarmee ik sauna temperaturen bereik in de tent. Dit wordt uiteraard soms op hoongelach onthaald door zelfverklaarde  “die hards”, maar niet zelden komen deze zelfde diehard ‘s nacht toch regelmatig een praatje slaan, in de tent natuurlijk…wat had u gedacht. Om de diesel heater aan de praat te houden heb ik wel een extra uit de kluiten gewassen batterij nodig wat de aanhangwagen er alweer niet lichter op maakt.

Frigobox: opdat het bier niet zou bevriezen

Het was alweer een blij terugzien want het is toch steeds weer mensen die je tegenkomt op deze treffens. Zou dat misschien aan ons kunnen liggen vroeg ik me terloops af. Ik heb ze nu niet staan tellen maar ik schat toch een 150 tal lotgenoten te ontwaren in deze kleine gemeenschap van bergbewoners. Dat wordt spannend, de kleine besneeuwde smalle straatjes zijn nu niet echt een voorbeeld van verkeersinzicht en overal staat het vol met verdwaalde zijspannen en een enkele solo motor. De frigobox werd uitgehaald, bescherming tegen de vrieskou natuurlijk, en de biertjes vrolijk gehijst. Na het nodige lessen van grote dorst, het vertellen van straffe verhalen zijn we nog afgezakt in het plaatselijke restaurant waarna we voldaan terug keerden naar het inmiddels opgestarte kampvuur, kumbaya my lord lallend gingen we verder de nacht in terwijl de temperatuur steeds verder onder nul zakte….

-15: Génépi tijd

We worden wakker met bevroren oogleden, de kachel was inmiddels uitgedoofd en niemand had ’s nachts zin om deze aan de praat te houden. Vlug uit de slaapzak, wat sprokkelhout en een aanmaak blokje in de fik en terug in de zak. Wachtend op de eerste warmte van het houtkacheltje, koffietje zetten, kater bestrijden en langzaam wakker worden. Onze eerste collega winter rijders worden ook wakker en het kamp komt tot leven en daar is ze…de zon. Het zicht is onbeschrijfelijk, de hoge wit besneeuwde bergen glinsteren in het zonlicht en al gauw ervaren we een aangename warmte ondanks de koude temperaturen. De dag loopt verder zonder al te veel bijzonderheden en we doen aan moto-staren naar wat we hier allemaal te zien krijgen van speciale combinaties, maar de bear misstaat natuurlijk niet tussen deze “madmax” snow remake. Een klein eet-drank stalletje voorziet ons van de nodige basis behoeften en dan haalt er iemand de plaatselijke specialiteit boven: génépi! Zoet, kruidig en verraderlijk met als gevolg dat we nog voor 20hr al terug in onze slaapzak liggen maar op die manier wel fris en monter aan onze terugreis kunnen beginnen.

GPS-troubles, technische troubles, maar we houden de moed erin

Op een of andere manier stuurt de GPS me eerst naar Italië via de Fréjus tunnel wat ons maar liefst 35 euro kost! We rijden zo terug richting Grenoble en savonds worden we verwacht bij onze Nederlandse vrienden in de Morvan. Het viel me plots op dat het loopvlak van mijn zijspanwiel wel heel snel wegslijt en plots hadden we er een uitdaging bij, op zoek naar een nieuwe band. Dat bleek veroorzaakt te zijn door een defect wiellager merkte ik pas later op. Na de 4de stop vonden we eindelijk een banden boer die bereid was om een nieuwe band te monteren op voorwaarde dat ik zelf mijn wiel demonteer en monteer…De Fransen, het blijven toch speciale. Met de nieuwe band erop voelen we ons terug wat zekerdere en de dag erop vatten we de terugreis naar België aan, op een paar sneeuwbuien, blaren op mijn rechterhand door het constante gasgeven, loopt alles gesmeerd en naar de avond toe komen we eindelijk thuis. 2300km en 310 euro benzine, 187 euro peage ,35 euro voor de tunnel later zijn we veilig thuis en denken al aan de volgende meeting. Het elefanten treffen in februari. Nog gauw het span een laatste nazicht want het is niet zo lang meer.