Bandentest: Dunlop Sportsmart TT

Straattechnologie voor op circuit

Bij Dunlop zit motorsport in het DNA, zoveel is duidelijk. Ze zijn hofleverancier van de Moto2 en Moto3-klasse, in het Endurance World Championship staan alle topteams op het Britse rubber én ze zijn officieel partner van de Isle of Man TT. Maar hoe profiteren gewone rijders daarvan?

Tekst: Leo De Rijcke
Fotografie: Dunlop

Iedereen weet dat de verkoop van superbikes in het slop zit en je zou je dus kunnen afvragen waarom een fabrikant hyper-sportieve straatbanden blijft ontwikkelen? Welnu: de populariteit van Supernakeds zorgt ervoor dat er steeds meer sportrubber verkocht wordt. De dynamiek van de markt verandert en er worden minder kilometers afgemaald, maar de klanten willen vooral fun! Dunlop moest dus op zoek naar een echte circuit-georiënteerde straatband om te kunnen voldoen aan de stijgende vraag, want net daar zat er nog een gat in het Dunlop-gamma. Dat gat wordt nu gevuld met de nieuwe Sportsmart TT.

Is er dan een link tussen de benaming van de nieuwste Dunlop band en de illustere straatraces op Man? Niet meteen, want de banden die op het eiland worden gebruikt zijn compleet verschillend, al verwijst Dunlop wel subtiel naar de band waarmee begin de jaren ’70 voor het eerst een gemiddelde snelheid van 100 mph werd behaald op de Mountain Course. Dat was namelijk de Dunlop TT-100.

TT= Track Technology

De TT-voorband werd gecreëerd met Dunlop’s nieuwe Dynamic Front Formula, een eigen formule die toelaat om tot 90% van de vorm vooraf te berekenen in functie van zijn latere toepassing. Het resultaat is een super sportieve straatband, geschikt voor regelmatig circuitrijden, maar met voldoende grip op nat wegdek zodat je bij occasioneel regenweer toch veilig thuis geraakt.

Frappant daarbij is dat de basisvorm van deze straatband bepalend zal zijn bij ontwikkeling van latere racerubbers en niet omgekeerd, zoals meestal het geval is. Er wordt gefocust op een lichter stuurgedrag en meer grip onder hellingshoek. Door de specifieke vorm van de band is het contactoppervlak groter, hij zal zich dus minder snel oprichten bij remmen in de bocht. Daarnaast zorgen de groeven in de band er niet alleen voor dat regenwater wordt afgevoerd, door hun karakteristieke vorm gaan ze ook ventileren en op die manier de warmte onder controle houden. Dit beperkt de slijtage bij hoge temperatuur(lees: circuitgebruik).

Druk, Druk, Druk…

Opvallendste kenmerk van de achterband is het gebruik van de NTEC RT-technologie. Daarbij staat R voor Road en T voor Track. Het versterkte karkas kan extreme vervorming bij lage bandendruk aan en laat toe om de band te “tunen” door de spanning te verlagen. Koud gemeten is de opgegeven waarde voor straatgebruik 2,9 bar. Voor trackdays mag de druk verlaagd worden tot 1,5 bar, opnieuw in koude toestand. Dit vergroot het contactoppervlak met maar liefst 24%, wat ook hier resulteert in meer grip en minder slijtage bij intensief circuitgebruik.

Net zoals de concurrentie, gebruikt Dunlop achteraan twee compounds. De harde laag in het midden vormt 20% van het totale oppervlak, ze garandeert minder slijtage en een goede rechtuit stabiliteit. De restende 80% zijn de zachte “schouders”. Die verzekeren een verbeterde grip onder hellingshoek.

Paddocksteunen en bandenwarmers? Overbodig.

De samenstelling van het gebruikte rubber is rechtstreeks afkomstig zijn uit de Endurance-racerij en bevat geen silica meer. Door toepassing van een bepaald soort polymeer garandeert Dunlop een blijvende grip gedurende de volledige levensduur. Het gaat om een specifiek voor de Sportsmart TT ontwikkelde compound die bijna geen opwarmtijd meer nodig heeft. Op circuit zijn de banden al na een 3 à 4 bochten op temperatuur. Het geknoei met paddocksteunen en bandenwarmers wordt dus compleet overbodig. Op straat zorgt het nieuwe caoutchouc voor een grotere speelruimte. Van vochtig koud weer tot zonnig en droog, steeds moet er voldoende grip voorhanden zijn. Althans, dat is de theorie.  

Om de banden te testen, word ik verwacht op het Zuid-Spaanse Circuito Monteblanco in de buurt van Sevilla. Het is een uitdagend tracé, met een aantal technische secties en een paar stevige remzones. Ik ga de baan op met een selectie van BMW boxer-twins, waaronder zelfs een heuse R Nine T Café Racer. De Dunlops kwijten zich perfect van hun taak, maar bij dit soort motoren bereik ik sneller de grens van de machines dan die van de rubbers.

Wanneer ik in de daaropvolgende sessies word losgelaten aan boord van de echte geweldenaars, tonen de Sportsmart TT’s pas hun ware aard. Zoals beloofd komen ze erg snel op temperatuur. Ik ben onder de indruk. Na een halve ronde druk ik al spontaan mijn slider tegen het asfalt. De achterband verteert daarbij de vermogens van +200pk probleemloos.

Op de superbikes vraagt het insturen wel een kordatere aanpak. Vooral op de S1000rr heb ik tijdens de eerste rondes wat moeite om in bochten de apex te halen. Overstappend van de Boxers met recht stuur is dat verschil duidelijk merkbaar. Napratend met een collega-journalist blijkt hij ook hetzelfde te ervaren. Hij wijt het lichtjes zwaardere sturen aan de diepere tot op de rand doorlopende tekening. Het rubber tussen de groeven zou zich meer gaan openzetten. Je krijgt daardoor een groter contactoppervlak, dus meer grip, maar het insturen vergt iets meer input.

Naar het einde van mijn tweede sessie met de Yamaha YZF-R1 ben ik meer gaan pushen, en dan voel ik dat de limiet bereikt is. Af en toe zet de achterkant een klein stapje opzij. Niets alarmerends, maar ik zit duidelijk op de grens van wat mogelijk is.

Als kers op de taart krijg ik nog een Kawasaki Ninja 400 onder de poep geschoven. Op de kleine supersport-motoren presteren de bandjes fenomenaal. Het gaat belachelijk hard en plat. Mijn vertrouwen groeit, ik vergeet zowaar dat ik op straatbanden rijd. Uitgerekend op deze kleintjes gaat het dan toch mis. Bij het kiezen van een té krappe lijn, stuur ik het voorwiel aan de binnenzijde van de bocht domweg over de curbs en verlies de voorkant. Tja, het blijven straatbanden en geen slicks…

De grip op nat wegdek hebben we niet kunnen uitproberen. Als we de voorrijders mogen geloven is die redelijk indrukwekkend. Drievoudig Endurance wereldkampioen David Checa vertelde me dat de knee-downs tijdens de natte sessies van de voorbije dagen als vanzelf kwamen. Eens het rubber warm genoeg was, bleek de grip capriolen toe te laten die je normaal alleen riskeert op regenbanden.

De Afrekening

In het segment van de sportieve, kleverige rubbers heeft de Sportsmart TT naar mijn mening geen rechtstreekse concurrenten. De meeste andere banden zijn eerder straatgericht en verteren wel een sporadisch dagje vrij rijden. Aan de andere kant heb je de semi-slicks met straat-homologatie, maar die bieden dan weer weinig grip bij regenweer en ze slijten als sneeuw voor de zon.

De Dunlop ingenieurs garanderen een aanvaardbare levensduur, al kan ik hierover uiteraard geen uitspraken doen na zo’n korte test. Wel was ik aangenaam verrast door de korte opwarmtijd. Na het einde van de circuitdag hou ik er alvast een vertrouwd en gelukzalig gevoel aan over en laat dat nu net de doelstelling zijn van de bandengigant met zwart-gele huisstijl. Uiteindelijk verwoordt hun Hollandse vertegenwoordiger het nog het best: “Het is gewoon een band om lol mee te hebbe!”

Dunlop Sportsmart TT
Richtprijzen
110/70: 145 €
120/70: 136 €
120/70ZR: 166 €
140/70: 196 €
150/60: 200 €
160/60: 204 €
160/60ZR: 211 €
180/55ZR: 221 €
180/60ZR: 232 €
190/55ZR: 232 €
200/55ZR: 251 €

Altijd als eerste op de hoogte zijn van het laatste motornieuws?
Download de MaxxMoto App, voor iPhone of Androïd.