MaxxTest: Aprilia RS660

Een paars ‘Reggiani’ retro-kleurtje en wat strak kuipwerk volstond voor Aprilia om de motorwereld twee jaar geleden op z’n kop te zetten. De RS660 bracht een frisse wind naar het uitstervende segment van de middenklasse racers en intussen kwam er nog een Tuono 660 nakedbike bij. Toegegeven, een kleine mondiale crisis zorgde ervoor dat de presentatie van beide motorfietsen niet zonder slag of stoot verliep, maar intussen stonden alle Aprilia fans al strak van de adrenaline. Zou het? Eindelijk een opvolger voor de legendarische RS 250? Reden genoeg om hem eens grondig aan de tand te voelen.

Tekst: Arno Jaspers
Foto’s: James De Ridder, Arno Jaspers
Kledij: Dainese by Bimoto

Ik weet het, er is intussen al een hoop inkt gevloeid over de nieuwe Aprilia tweecilinders. Vaak lovende commentaren, maar soms ook bikkelharde kritiek. Niet in het minst toen de Italianen onlangs een terugroepactie aankondigden omwille van slechte drijfstangen – lees: “Het blok van je gloednieuwe motor kan ontploffen, dus we moeten er even een nieuw monteren… “ Het ging hier voor de duidelijkheid over heel beperkte aantallen en de eigenaars werden snel gecontacteerd, maar de grappen over Italianen en betrouwbaarheid deden weer rap de ronde.

Juiste segment, juiste moment

Nu weten we al langer dat het Aprilia dealernetwerk heel dun gezaaid is en dat er merken zijn met een uitgebreider gamma, grotere optiecataloog en ga zo maar door. Toch doet dat niets af aan het feit dat Aprilia met haar 660 platform wel eens de juiste motoren op het juiste moment in handen heeft. Laat me het eventjes uitleggen…

Viercilinder 600cc supersports zijn al lang ten dode opgeschreven. Het wordt voor hoogtoerige vierpitters nagenoeg onmogelijk om de Euro-normen te halen en de middenklassers waren bovendien weinig geschikt voor gebruik op de openbare weg. Te weinig koppel onderin en daarbovenop nog eens heel extreem qua zithouding met minimaal rijcomfort.

Aprilia’s 660cc twin is het juiste motorblok op het juiste moment. Sportieve prestaties én Euro5-gekeurd.


De fabrikanten begonnen zich dan maar toe te leggen op hun zware 1000cc superbikes die stilletjesaan onbetaalbaar werden en in hetzelfde bedje als de 600’s ziek op gebied van gebruik nààst het circuit. De supersport 300’s werden geïntroduceerd als opstapklasse, maar daarmee bleef er nog een gat richting de literzware racers. Of toch tot de komst van de RS 660.

Een middenklasse motor met een sportief én koppelrijk karakter die bovendien ook nog eens een zithouding heeft waarmee je op straat uit de voeten kan…rest enkel nog de vraag of hij niet in dezelfde valkuilen trapt als de viercilinders die hij komt vervangen. De eerste tekenen zijn alvast goed.

Halve RSV4

M’n kin raakt nét de grond niet als ik de RS660 voor het eerst zie in z’n Acid Gold kleurtje. Wat een prachtig ding is dit. Zelfs een blinde ziet dat dit een mini-RSV is die half zo veel kost in verbruik of aan verzekering als grote broer. De voorste helft van het V4 motorblok werd getransformeerd tot 100pk-sterke 270° paralleltwin en dat alleen volstaat eigenlijk al om het ‘lightweight’ segment overhoop te gooien.

Reggiani paars of dit gelige ‘Acid Gold’…aan de looks van de RS660 zal het niet liggen.

Toegegeven, da’s ook omdat er in die middenklasse weinig te beleven valt. Het feit dat de stokoude Suzuki SV650 er nog steeds rond bolt, zegt genoeg. En spelers als de Ninja 650 of Honda CBR650R mikken toch echt wel meer op die doelgroep van beginnende rijders terwijl de RS660 ‘the real thing’ is. 

De enige directe concurrent is voorlopig Yamaha’s R7 en daarop is het nog wachten tot september voor de introductie – en wie weet hoe lang dan nog tot de eerste leveringen. Om maar aan te geven dat de RS660 best wel een uniek concept brengt met als sterke punten z’n uitstraling, praktische inzetbaarheid en prestaties.

De RS660 is in standaardtrim zo’n pk of 30 sterker dan zijn dichtste concurrenten. Dan mag het ook iets meer kosten…

Enfin, dat durf ik toch verwachten, want ook van dichtbij ziet de RS660 er strak uit. Het kleurendashboard is overzichtelijk opgebouwd en geeft toegang tot de rijmodi, tractiecontrole en bochten-ABS – snufjes die totnogtoe enkel voorbehouden waren voor zwaardere motoren. 

De stuurknoppen doen misschien wat goedkoop en plastiekerig aan, maar verder is de afwerking op niveau met een heel mooi gefreesde kroonplaat waarin ook de clip-ons vastzitten. Racers vervangen dit ongetwijfeld direct door een stel clip-ons die je apart van elkaar kan vervangen (handig en goedkoper bij een schuiver). Totzover de eerste kennismaking, want dan is het tijd voor een ritje.

Hevig baasje

Met een druk op de knop begint de 270° paralleltwin heerlijk te donderen en da’s een opluchting. De uitlaat zit namelijk wat vreemd verstopt onder het motorblok om het zwaartepunt zo laag mogelijk te houden. En door de toevoeging van alle mogelijke katalysatoren en sonde’s is het steeds de vraag of de Euro5-norm ook de soundtrack van een motor de nek heeft omgewrongen. 

Da’s dus niet het geval bij de RS660 want hij klinkt echt prachtig met de nodige knallen en gegorgel als je het gas dichtdraait…of als je soepeltjes met de quickshifter door de 6-versnellingsbak gaat. Jawel, zoals het anno 2021 hoort op een motor met sportieve ambities beschikt de RS660 over een up/down quickshifter die met heel veel gevoel als boter door de versnellingen gaat. Het is de kers op de taart van een sensationeel motorblokje dat meer dan genoeg heeft aan 100pk.

Het hele plaatje klopt, inclusief een prachtige LED-lichtsignatuur

Nu weet je op voorhand dat de Italianen ergens compromissen moesten sluiten als ze 100 paardjes uit een 660cc twin wilden puren. Onderin het toerengebied, pakweg tot 4,5 à 5.000 rpm trekt de RS wel door, al begint het enthousiasme pas echt los te komen bij de 6 op de toerenteller. De show start dus iets later dan bij Yamaha’s CP2-motorblokje, maar eens ze op gang komt…

Vanaf de 6.000 toeren boort de Aprilia heerlijk door tot aan de begrenzer en hij blijft je vooral uitdagen om de limieten van het rijwielgedeelte op te zoeken. Een directe, maar perfect controleerbare gasrespons in combinatie met de eerder genoemde versnellingsbak bieden je alle middelen om de grenzen van de vering en bandjes te gaan opzoeken.

Stuurijzer 1ste klasse

Voor circuitgebruik gok ik dat (zeker ervaren rijders met een paar kilootjes buikspek) aangewezen zijn op een strakkere veringsetup. Met dan vooral de achterste schokbreker die een upgrade verdient, maar op straat biedt de RS660 een ideale mix van scherp sturen en comfort. Op m’n vertrouwde havenbaantjes is het heerlijk genieten om de motor op z’n oor te leggen en vooral bij het krappere stuurwerk blinkt de Aprilia uit met z’n lichtvoetigheid.

Daarbij krijgt je trouwens nog een stel enorm bijtgrage Brembo stoppers die geen enkel probleem hebben met de 183 kilo’s van de Aprilia. Eerst God zien, een babbeltje doen over het weer, eens kijken op je uurwerk hoe laat het is en dan pas remmen: het kan allemaal best. Ga je toch over de grens, dan is er nog het (uitschakelbare) ABS. Het grijp wel écht pas in op het allerlaatste moment, dus in dat geval best je onderbroek verversen.

De Afrekening

Ik had de RS660 een week in test en hoewel onze wisselvallige zomer z’n uiterste best deed om die week te verknallen, reed ik toch een paar honderd kilometer meer bijeen dan normaal. Da’s te danken aan het pittige karakter en de hoge fun factor, maar da’s niet alles. De RS660 is een racer die voor mijn 1m73 bovenal nog comfortabel genoeg zit om lang te rijden zonder pijn in de rug of polsen. De houding is zeker wel agressief met een redelijk krappe kniehoek, al deed het me eerder terugdenken aan een paar generaties geleden van supersports of superbikes waar het zadel meer was dan een velletje mousse en je geen halfuur moest stretchen om in het zadel te kruipen of bij de clip-ons te geraken. In dat opzicht is de RS660 wat mij betreft een dijk van een motor die de “Less is more” denkpiste belichaamt…op één punt na, want het prijskaartje van €11.059 (BE)en €12.450 (NL) doet je toch twee keer nadenken.

Aan het einde van een weekje rijden, geef ik de sleutels van de RS660 met tegenzin terug. Nee, qua power en sensaties komt hij niet aan de viercilinder supersports van weleer en ook wie downsized van een 1000cc racer zal volgens mij toch serieus moeten wennen aan de ‘maar’ 100pk uit de roffelende paralleltwin. Dat neemt niet weg dat Aprilia een ronduit briljante en betaalbare motor heeft toegevoegd aan haar gamma.

De RS660 is het gezicht van sportmotoren in het Euro5-tijdperk. Een ideale middenweg tussen straat en circuit.
MaxxFactor
93
Rijplezier
90
Gebruiksgemak
92
Prijsfactor
69
Wheeliemachine
69
Bochtmeister
84
Pluspunten
Prachtige looks
Lichtgewicht
Sportief, maar ook praktisch op straat
Minpunten
Geen échte vervanging voor 4-cil racers
Liever gewone clip-ons
...misschien een strakkere achterschokbreker voor de zware jongens?
83
Maxxscore