MaxxTest: Triumph Scrambler 1200

Groot nieuws: Triumph heeft het warme water opnieuw uitgevonden. Althans, die indruk kreeg ik toen het persdossier van de nieuwe Scrambler 1200 in m’n mailbox plofte. Zoals ze het zelf omschrijven moet deze motor “een primeur vertegenwoordigen op het gebied van echte dual-purpose capaciteiten en moderne custom-stijl”. Straf staaltje copywriting, maar als we de Scrambler-hype van de laatste jaren erop naslaan, dan zien we dat er in het hipstersegment bar weinig tweewielers zijn die hun naam waarmaken. En dan bedoel ik vooral dat die dingen hooguit geschikt zijn voor dagtrips en nu en dan een een licht gravelweggetje, maar niet voor echt offroad werk. Of de nieuwe Triumph dat wel kan? Ik zocht het voor u uit op een stel fenomenale Portugese kronkelbaantjes… én op de enduro tracks van Wim Motors.

Tekst: Arno Jaspers
Foto’s: Kingdom Creative

Wat heeft deze Scrambler dan dat de andere niet hebben? Veel. Heel veel. Een erg performant rijwielgedeelte, straffe Brembo remmen, goede vering en een elektronica-pakket dat niet moet onderdoen voor dat van eender welke moderne dualsport. Daarbij komt nog eens de goede afwerkingsgraad die we van Triumph gewend zijn en de klassieke looks. Het mag gezegd: dit ding ziet er erg goed uit. Of liever: deze dingen, want eigenlijk gaat het over twee motoren.

XE vs. XC

De XE staat hoger op z’n poten en is daardoor beter geschikt voor het hard offroad werk. Ik voelde me met m’n 1m73 wel vertrouwder met de lagere XC.

Ten eerste is er de Triumph Scrambler 1200 XE. Dit is het topmodel dat je kan herkennen aan de gouden voorvork en het bredere stuur, maar ook aan het meest uitgebreide elektronica-pakket, een Brembo MCS rempomp vooraan, langere veerwegen en de bijhorende hogere zithouding. Daarnaast is er de XC uitvoering die meer weggericht is, vooral omwille van de kortere, stuggere Showa vering, een lagere zithouding en een smaller stuurtje.

De XE: een allroad in retro-kostuum, maar dan wel beperkter qua reiscapaciteit.

Afgaande op de specificaties zijn er ook twee minder indrukwekkende factoren, namelijk het vermogen van 90pk – we spreken hier tenslotte over een dikke 1200 – en het drooggewicht van 205kg (XC) en 207kg (XE). Tel daarbij nog een groot 21” voorwiel en je zou verwachten dat het zowel op de weg als offroad zwoegen wordt met al die kilo’s. Gelukkig beschik je wel over 110 Nm waarmee het geen probleem mag zijn om de stenen uit de grond te trekken. Nu weet ik wel al langer dan vandaag dat een technische fiche nooit het volledige verhaal vertelt en gewapend met een setje Pirelli Scorpion Rally noppenbanden begin ik meteen aan het leukste gedeelte van de test.

Springen, driften, sliden dat het een lieve lust is

Triumph was namelijk zo vriendelijk om alle journalisten uit te nodigen bij de Wim Motors Academy van Wim De Cramer (in een vorig leven nog een grote Belgische motorverdeler). Zijn enduropistes in Portugal belichamen de natte droom van iedere endurist en veel Dakarrijders en rallyteams komen hier geregeld trainen. Om maar te zeggen dat er geen gebrek was aan uitdagend terrein, zeker na enkele flinke regenbuien in de dagen voorafgaand aan onze test.

“Of ik dit ooit met m’n eigen motor zou doen is natuurlijk een andere vraag…we zijn tenslotte niet onderweg met een derdehands crossertje van een paar honderd euro.”

Starten doe ik op de XE, de meest offroadwaardige Scrambler die duidelijk niet terugdeinst voor wat zandhappen. Vanaf de eerste meters blinkt hij uit dankzij een extreem goede balans en een erg vlot stuurkarakter. Het rijke koppel trekt je door elke modderpoel en de lange veerwegen hebben geen probleem om bij stevige snelheden over de rotsen en putten te knallen.

De XE is instant herkenbaar aan het moderne logo in combinatie met de gouden voorvork en hogere bouw.

Springen, driften, sliden,… je zou het niet verwachten, maar het gaat allemaal relatief gemakkelijk. OK, bij trage manoeuvres is het zeker voor mij met m’n korte beentjes (1m73) werken geblazen, al neem ik het er allemaal graag bij. Of ik dit ooit met m’n eigen motor zou doen is natuurlijk een andere vraag…we zijn tenslotte niet onderweg met een derdehands crossertje van een paar honderd euro.

“Hoewel ik normaliter absoluut geen fan ben van elektronica op motorfietsen, moet het gezegd dat de offroad tractiecontrole fenomenaal goed werkt.”

De XC is wat lager en voelt bijgevolg ook meteen wat vertrouwder aan op de technische stukken.

Het wordt voor mij allemaal nog een stuk leuker wanneer ik plaats neem op de XC die een tikkeltje lager is en me daardoor meer vertrouwen geeft op de technische stukjes of in de modder. Het enige nadeel is uiteraard wel dat je een beperktere veerweg hebt, waardoor je bij diepe putten wel eens aan het einde van de vering komt.

Hoewel ik normaliter absoluut geen fan ben van elektronica op motorfietsen, moet het gezegd dat de offroad tractiecontrole fenomenaal goed werkt en dat ze in combinatie met het ABS meerder valpartijen voorkomen heeft tijdens de test. Uiteraard zijn er wel nog enkele journalisten die een bodemonderzoek hebben uitgevoerd en wanneer ik alles afzet voor een fotoshowtje op de flattrack, is het maar een kwestie van tijd vooraleer ik zelf in de modder onderuit glibber. Zonder veel erg, sterker nog: ik kon buiten wat schrammetjes aan het stuur geen echte beschadigingen zien.

Perfect in balans

Zelfs met het 21-duims voorwiel komen de Triumphs wel heel kwiek voor de dag.

Na een dag in de modder werd het tijd voor een testrit op de weg en dit was minstens even uitdagend. Mocht u ooit in de buurt van Portimao zijn, dan kan ik een dagje rondtoeren warm aanbevelen want de wegen zijn fantastisch. Perfect verkante doordraaiers, krappe haarspelden, het snellere werk: deze streek heeft het allemaal. En beide Scramblers gedragen zich op de weg uitstekend.

De instelbare Brembo MCS rempomp van de XE is een godsgeschenk op de weg.

Wie ooit met een 21-duims voorwiel de weg op trok, weet dat je geen vlijmscherp stuurkarakter moet verwachten, al komen de nieuwe Triumphs wel erg kwiek voor de dag. De balans en stabiliteit waarmee ik een dag eerder kennismaakte, komt ook op de openbare weg tot uiting in een heel vlot en neutraal stuurgedrag. Het Metzeler Tourance ribber zorgt voor de nodige grip en dan is het maar een kwestie van tijd vooraleer de voetsteuntjes bijgeslepen worden.

De kronkelbanen in de buurt van Portimao zijn het perfecte testterrein voor de XC.

De strakker afgeveerde XC blinkt uit op de weg, al profiteert de XE dan weer van een instelbare Brembo MCS rempomp die het toelaat om een erg progressief remkarakter voor het offroad rijden met een simpel draaiknopje om te toveren tot direct bijtende ankers voor op de weg. Deze pomp is gelukkig ook als optie beschikbaar op de XC. En hoewel de XE de (minimaal) duurdere van het duo is en de uitblinker in het offroaden, kon hij me op de weg minder bekoren. Door zijn lange veerweg, duikt hij bij het remmen te veel naar mijn zin en dat komt het vertrouwen niet ten goede.

“Wie ooit met een 21-duims voorwiel de weg op trok, weet dat je geen vlijmscherp stuurkarakter moet verwachten, al komen de nieuwe Triumphs wel erg kwiek voor de dag.”

Tel er nog een uitlaat bij die wel erg warm wordt aan je rechterbil (over een mogelijke kortgerokte duorijdster zal ik zwijgen) en wat trillingen in het stuur en de voetsteunen vanaf 3.500 toeren en je hebt de kleine minpuntjes wel gehad.

Potente offroaders en brute retrobakken

Ondanks de hitteschilden over de uitlaat krijg je toch een wel erg warme kont.

Na twee erg plezierige dagen waarin beide Scramblers zich bewezen hebben als potente offroaders en brute retrobakken op de openbare weg, heb ik slechts twee serieuze bedenkingen. De eerste is het beperkte vermogen van de 1200 motor die in mijn herinneringen een stuk heviger voor de dag kwam in de Thruxton. Wie de vergelijking maakt met pakweg een Tiger 800 of andere, zwaardere allroads zal redelijk teleurgesteld uitkomen – en dan heb ik het niet over het cijfertje op de technische fiche, wel over het gevoel van power bij het rijden.

Mijn tweede bedenking is het gebrek aan reismogelijkheden. Niet dat ik een gebrek aan rijcomfort heb ervaren, al zouden harde koffers en een minimum aan windbescherming welkom zijn voor verdere trips. Hier komt de afweging tussen praktisch gemak en stijl uiteraard wel naar boven.

Uniek pakket met een prijskaartje.

Hoewel deze Scrambler steunt op de combinatie van een retrobike met een allroad is het allesbehalve een gevalletje vlees noch vis. Dit is een Scrambler die zowel qua stijl als rijkwaliteiten teruggrijpt naar de tijden van Steve McQueen en Bud Ekins, hetzij met de toevoeging van enkele goed doordachte elektronische snufjes die van iedereen een betere piloot maken. Er hangt dan wel een prijskaartje van 14.680 euro voor de XC (16.700 NL) en 15.680 euro (17.900NL) voor de XE aan vast. Veel geld, waarvoor je een uniek pakket terugkrijgt.

De enige écht performante Scrambler op de markt draagt ook een stevig prijskaartje.
maxxFactor
84
rijplezier
84
gebruiksgemak
79
prijsfactor
68
wheeliemachine
64
bochtmeister
64
pluspunten
De enige échte Scrambler (bedoeld op z'n offroadkwaliteiten)
Uitstekende elektronica
Coole looks
minpunten
Stevige prijs
Had wel wat krachtiger gemogen voor een 1200
Beperkte reiscapaciteiten
74
maxxscore