Techniek: KTM LC8, hét koppelblok

Als ze bij KTM 1 ding kunnen, dan is het wel hooliganistische motoren bouwen. De merkslogan ‘Ready to Race’ is zeker waar – waarvan getuige weer een resem wereldtitels in 2021 – al zijn de oranje Oostenrijkers op straat vooral bekend voor dikke wheelies, drifts en oprokende bandjes. En da’s niet in het minst te danken aan een motorblok waarvan de basis alweer dateert uit de vorige eeuw.

Aan het einde van de jaren ’90 waren ze bij KTM volop bezig met technische tekeningen, freesbanken en uiteindelijk ook de testbank om in 2003 een magnifiek motorblok van onder het doek te halen. De LC8 was geboren, in eerste instantie als krachtbron voor de 950 Adventure.

Twee jaar later kwam daar de 990 Super Duke bij en werd het blok alsmaar verbeterd en verfijnd. Dit leverde aanvankelijk de RC8 en vervolgens kwam er nog de overtreffende trap voor KTM’s Super Adventure en het hartverscheurende koppel en plezier van de KTM 1290R Super Duke’s. Deze kreeg niet voor niets de bijnaam ‘The Beast’.

De LC8 is misschien het bekendst in de vorm van de 1301cc 75-graden V-twin uit de KTM 1290 Super Duke R, waar tractiecontrole, bochten-ABS (Cornering MTC) en anti-wheelie kunnen helpen om een ​​deel van de 140 Nm te temmen.

De hype gaat immers niet alleen over de huidige 180 pk van de LC8 en een hoge topsnelheid, meer nog: Het gaat om de massa’s bottom-end trekkracht die de KTM’s hun ware identiteit geeft. Met de LC8 zijn de KTM’s ready to race, maar de praktische bruikbaarheid – en samenwerking met de nieuwste generaties rijmodi en rijhulpmiddelen – is uiteraard minstens even belangrijk.

Dankzij die elektronica krijgen we dus meerdere karakters: van dociele alleskunner tot woeste vuurspuwer. En niet onbelangrijk: ook aan de portemonnee werd gedacht met onderhoudsintervallen van 15.000 km .

In 2021 was er een belangrijk hoofdstuk in de evolutie van de LC8 toen de motor werd omgebouwd om te voldoen aan de Euro5-emissienormen. De KTM-ingenieurs werkten hard om de LC8 opnieuw uit te vinden voor een nieuw tijdperk en om de unieke READY TO RACE-brutaliteit te behouden.

De ontwikkeling kwam tot stand door de efficiëntie van de kleppen en het uitlaatsysteem te herbekijken. En door tegelijkertijd meer dan 1,5 kg gewicht te verliezen, werd de positie van de motor als een van de lichtste en krachtigste motoren op de markt enkel nog versterkt.

In zijn laatste vorm heeft de LC8 dunnere carters, nieuwe zuigers voor een nog langere levensduur, een nieuwe olieleiding, dubbele ontsteking, titanium inlaatkleppen, nieuwe luchtinlaten en meer, allemaal elementen die helpen om de kilo’s te verminderen en de belangrijke vermogenscijfers te behouden.

Het resultaat? Een verbeterde handling, stabiliteit en output, terwijl een kleine draai aan het gas nog steeds zorgt voor de ultieme rijsensatie.

Maar er werd ook aan de veelzijdigheid gedacht, want bij langeduurtests met de Super Duke GT en Adventure bleek dat de motoren tot bijna 40% van de tijd onder de 3.500 toeren draaiden. Het koppel en de efficiëntie bij lage toeren bleek dus essentieel voor gebruik op de weg, terwijl de motor slechts minder dan 1% van de tijd boven de 6.500 toeren ging.

Om maar aan te geven dat een goede koppelcurve voor straatrijders veel belangrijker is dan een piek pk-cijfer. En wat dat betreft staat de LC8 klaar voor iedere uitdaging.

Adriaan Sinke, Head of Motorcycle Product Management: “Terwijl we nu al bijna 20 jaar sleutelen aan de LC8, vonden we het belangrijk om aan te geven hoe belangrijk dit technisch meesterwerk is voor zowel onze R&D als de flagship motorfietsen in ons gamma. Het doel was om één van de lichtste en krachtigste V-twins op de markt te hebben en daarbij kunnen we ons steeds vol vertrouwen wenden tot de LC8, die enkel maar vraagt om meer tot de limiet gepusht te worden. Een mooi bewijs van zijn kracht. Rijders zijn gek op zijn geweldige koppel bij lage toeren en da’s inherent aan het KTM-DNA. We kijken er naar uit om KTM-liefhebbers de komende jaren te blijven verrassen met de LC8.”