Kawasaki’s toersporter is meer dan een vaste waarde voor het groene merk. Het is een eikpunt voor de motorwereld. Terwijl bijna alle andere merken blind het toersporten vaarwel zeiden, hielden de groenen hardnekkig vast aan hun SX, mét succes. Bijna dertien jaar na de introductie van de Z1000SX, doet Kawa de moeite om een Euro5+ gehomologeerde Ninja 1100 SX uit te brengen en ik ging voor u op zoek naar de succesformule achter dit verhaal in de buurt van Barcelona.
Terwijl sportmotoren anno 2024 een flinke comeback maken, liggen de toermotoren nog steeds op apegapen. Logisch ook, want met uitzondering van een BMW RT of Honda Goldwing werd het hele segment overrompeld door hoogpoters in alle maten, smaken en kleuren. Ook toersporters werden op de korrel genomen en klinkende namen als Honda’s VFR of Yamaha’s Fazer delfden het onderspit tegen motoren met lange veerwegen. De gedaalde populaireit van het segment speelde zeker een rol, al was er nog een andere factor: Kawa’s SX.
Net in 2011 toen andere merken hun inzet bij de toersporters heroverwogen (lees: annuleerden), kwam Kawasaki alles op stelten zetten met de Z1000SX. Motoren met krachtige viercilinders hadden we al eerder gezien, maar geen enkele koppelde zo goed een soepel rijkarakter in lage toeren aan praktisch gebruiksgemak én uiteraard aan sportieve sensaties. Het scherp sturende rijwielgedeelte was een verademing ten opzichte van zware toerers en toch was er ook meer dan voldoende comfort zodat zowel sportievelingen als groottoeristen zich lieten verleiden door de polyvalente Kwak.
Omdat de originele looks van de Z1000SX nog steeds terug te vinden zijn in de scherpere designlijnen van Ninja 1100 SX, zou je bijna vergeten dat er de afgelopen 13 jaar een flinke evolutie plaatsvond. De motor kreeg als een van de eerste niet-superbikes een volwaardig elektronicapakket met IMU, het dashboard werd een volledig kleuren-TFT, zowel het comfort als de remmen gingen er flink op vooruit en ook aan het motorblok werd gesleuteld.
Het verschil tussen 1.000cc en 1.100cc? Dat voel je niet.
Vooral dat laatste is niet onbesproken, want criticasters laten zich maar al te graag vangen aan een PK-cijfer dat daalt. Inderdaad, hoewel de cilinderinhoud minimaal groeit (van 1.045 naar 1.099 cc), daalt het aantal pk’s van 142 naar 136. Dat het koppel groeit van 111Nm bij 7.300 toeren naar 113Nm bij 7.600 toeren geeft al aan dat er in realiteit geen merkbaar verschil is en dat wordt ook bevestigd tijdens de eerste kilometers aan het stuur: het rijgevoel blijft identiek en we gokken dat je zelfs bij een back to back vergelijking met de 1000 niet zal merken. Wat je wel merkt is een gedaald verbruik. Een verplichting om de Euronorm te halen en tegelijkertijd een antwoord voor rijders die niet tevreden waren met de actieradius van hun 19l benzinetank.
Wat merken we nog? Welnu, op een hertekende uitlaat, wat andere optiepakketten en een prijskaartje dat amper 100€ duurder is dan de 1000 is er weinig verschil. De quickshifter/autoblipper zouden iets beter werken in lagere toeren en ook een langere 5de en 6de versnelling zorgen voor aangenamer toeren op de snelweg en minder verbruik. ‘Never change a winning team’ blijft het credo en dat wordt hoofdzakelijk in de verf gezet door twee elementen die onveranderd bleven sinds de introductie in 2011 en die ik graag voor u uitlicht.
1: Het meest briljante windscherm ter wereld
Vraag eender welke motorjournalist naar windbescherming en je komt ongetwijfeld uit bij de 1000 of 1100SX. Uiteraard zijn er toermotoren met grotere ruiten die je beter uit de wind zetten, maar geen enkele kan tippen aan het vernuft van deze Kawa. Vergeet dure elektrische systemen: deze ruit zet je met één hand (en linkervoorarm) rechter of platter dankzij een mechanisch systeem met een knopje in de kuip. Waarom dit nog nooit gekopieerd werd is me een raadsel, des te meer omdat het het verschil maakt tussen een windbescherming die je bovenlichaam tot aan de helm volledig uit de wind zet, dan wel een supersportief ‘kuip’-ruitje. Simpelweg briljant.
2: Prachtige en handige koffers
Nu iedereen met een stel alu visbakken op z’n hoogpoter lijkt rond te tuffen, zou je bijna vergeten dat er ook stijlvolle opties zijn. De Ninja SX geeft het goede voorbeeld met een set aerodynamische koffers die niet alleen ruimte bieden voor twee helmen, maar die er ook nog eens goed uitzien dankzij hun panelen in de kleur van de motor. Waar je bij andere motoren op zoek moet naar een fopsleutel, werkt Kawa met het klassieke één-sleutel-voor-alles, wat naar mijn mening nog steeds veruit de beste optie is. Dat je de stevige clip bovenaan de koffers met één hand open krijgt maakt dit tot mijn favoriete kofferset op de markt, niet in het minst omdat ze ook erg smal ingebouwd zitten én dat de ophangpunten aan de passagiershandvatten er goed uitzien.
De minpunten
Hoe lang duurt deze lofzang? Langer dan ik aanvankelijk gedacht had van zo’n compromismotor. Echter sportrijders lopen meteen tegen het gewicht (235kg rijklaar, 234kg voor de SE) of de beperkte grondspeling (in vergelijking met supersports) aan, terwijl toeristen niet onterecht prat gaan op de betere schokdemping en windbescherming van hun hoogpoter. Kawasaki’s Versys is er zo maar eentje om op te noemen. Stuk voor stuk voorspelbare puntjes die niet afdoen aan de kwaliteiten van de SX. Nee, er is eigenlijk slechts één doorn in het oog en dat is de oerlelijke USB-C aansluiting op het stuur. Ook bij Kawasaki Europe leek niemand te begrijpen wat de Japanners hiermee voor ogen hadden en ik gok dat die voor volgend modeljaar netjes in de kuip ingewerkt wordt.
Verder was ik ook nogal verbaasd toen bleek dat de SE-uitvoering van de 1100 SX enkel verwarmde handvatten, Brembo M4.32 remklauwen en een Öhlins S46 achterschokbreker meekrijgt. Wie gehoopt had op elektronische vering, blijft op z’n honger zitten. Het kostenkaartje van de ontwikkeling zit er ongetwijfeld voor iets tussen, en dat brengt ons bij misschien wel het grootste pluspunt van de Ninja 1100 SX. Met een prijskaartje van €15.349 (€16.949 NL) voor de standaarduitvoering en €17.099 (€18.699 NL) voor de SE is Kawa’s toersporter gevoelig goedkoper dan de meeste van z’n concurrenten. Enkel de meest directe tegenstander, Suzuki’s GSX-S1000GT is op papier een stukje goedkoper, al is dat dan weer voer voor een vergelijkingstest. En dan zijn er natuurlijk ook opnieuw Kawasaki’s aantrekkelijke optiepakketten, in dit geval een Tourer Pack met telefoonhouder, koffers, binnentassen, 12V aansluiting, tank pad en grotere windscherm of het Performance Tourer Pack dat aan het voorgaande nog een Akrapovic Slip-on, framesliders en een duozit afdekkapje toevoegt.
Rideology App, nog steeds geen Apple of Android?
Tot slot is er nog één snufje op de Ninja 1100 SX dat we tijdens de test helaas niet konden uitproberen. Dankzij Kawasaki’s Rideology App kan je voortaan ook via voice-command informatie opvragen aan je motor met betrekking tot je route, informatie over je motor of info over je telefoon zoals bijvoorbeeld gemiste berichten. In theorie vraag je voortaan dus gewoon aan je motor waar het dichtstbijzijnde benzinestation is, en hij gidst je ernaartoe. Praktijkervaring met andere systemen leert me dat dit soms omslachtiger is dan je zou verwachten, al ben ik op z’n lichtst gezegd benieuw naar Kawa’s app. Eén ding is zeker: wie dacht dat alles in de motorsector binnen de kortste keren overgenomen zou worden door Apple of Android is er vooralsnog aan voor de moeite. Ook het kostenkaartje van de app (betalend? Abo-formule?) is nog niet bekend.
De Afrekening
Hoe relevant zijn toersporters nog anno 2024? Als we de andere motormerken mogen geloven zijn ze hopeloos voorbijgestreefd door comfortabelere hoogpoters, al zou de overmacht van deze Kawasaki er wel eens voor een groot stuk kunnen tussen zitten. Ongeacht of je nu houdt van sportief knietjes leggen, dan wel relaxed op reis vertrekken: de Ninja 1100 SX heeft voor ieders wat wils. Terwijl de hoogpoters stuk voor stuk hun 19” voorwiel lijken in te ruilen voor een variant met 17”, scherper sturende voorkant, weten de meest sportieve toeristen dat ze nog steeds het beste af zijn bij een iets strakker geveerde toersporter. Dat is mede te danken aan motoren zoals deze Euro5+ versie van Kawasaki’s SX.