Aantal motoren en scooters nadert het half miljoen

Goed nieuws van Febiac: er rijden in België bijna een half miljoen motoren en scooters rond. Terwijl de politiek mobiliteitsplannen verzint waarbij automobilisten liefst hun wagen inruilen voor een (elektrische) fiets en het openbaar vervoer, loopt de realiteit dus anders. Op tien jaar tijd steeg het aantal gemotoriseerde tweewielers met maar liefst 21%, vooral in stedelijke gebieden.

Febiac persbericht:

“De afgelopen vijf jaar is het aantal motoren en scooters in ons land met 7,5% gegroeid, vergeleken met 2009 is er zelfs een stijging van 21%.”

Het totaal aantal motoren en scooters is gedurende dit jaar gestegen tot bijna een half miljoen (490.495 om precies te zijn). Dat blijkt uit de meest recente cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau.
Het aantal ingeschreven motoren en scooters in ons land blijft jaar op jaar stijgen. Op 1 augustus van dit jaar telde Statbel, het Belgische statistiekbureau, in totaal 490.495 ingeschreven motoren en scooters. Dat is vergeleken met 2017 een stijging met 1,8%. De afgelopen vijf jaar is het aantal motoren en scooters in ons land met 7,5% gegroeid, vergeleken met 2009 is er zelfs een stijging van 21%. In dat jaar werd ook de kaap van 400.000 motoren en scooters genomen. De laatste jaren is er steeds sprake van een stijging van 1,7 tot 2% per jaar. Zet die trend door dan zullen er in 2019 meer dan een half miljoen motoren en scooters in de garages van de Belgische bevolking staan.

Groeiende populariteit

“de sterke toename van het verkeer gecombineerd met het nauwelijks uitbreidende wegennet maakt de gemotoriseerde tweewieler tot ideaal vervoersmiddel.”

De populariteit van de gemotoriseerde tweewielers neemt al verschillende jaren toe. In de jaren negentig was er sprake van een revival van de markt na magere jaren in het decennium ervoor. In 1990 waren er iets meer dan 139.000 motoren en scooters in ons land, in 2000 stond de teller op 277.838, bijna een verdubbeling. Van 2000 tot 2010 kwamen er nog eens 144.000 exemplaren bij, een stijging van 50%. Motoren en scooters waren in de jaren tachtig en negentig vooral vrijetijds-objecten. Maar de sterke toename van het verkeer gecombineerd met het nauwelijks uitbreidende wegennet heeft gemaakt dat de gemotoriseerde tweewieler in de loop van deze eeuw ook steeds meer een handig en snel vervoersmiddel in het woon-werkverkeer is geworden.

Antwerpen

Dat wordt ook bevestigd door de cijfers. In provincies met een zware filedruk en de grootste agglomeraties (Gent, Antwerpen, Brussel) zijn de meeste motoren en scooters in bezit. In de provincies Antwerpen, Oost- Vlaanderen en Waals- en Vlaams-Brabant samen met het Brussels hoofdstedelijk gewest zijn ruim 242.000 gemotoriseerde tweewielers ingeschreven. Dat is bijna de helft van het totaal aantal. De provincie Antwerpen spant de kroon met 71.833 eenheden, gevolgd door Oost-Vlaanderen (63.453 stuks) en Henegouwen (59.917 stuks). De stad Antwerpen heeft ook de grootst aantal motoren en scooters: 14.710. Gent en Luik zijn tweede en derde met 8.225 respectievelijk 5.960 eenheden.

Veroudering

“Motoren en scooters blijven langer ingeschreven. Bijna 60% is tien jaar of ouder.”

Opvallend is wel dat het totale park langzaam veroudert. Motoren en scooters blijven langer ingeschreven.Bijna 60% is tien jaar of ouder. 35,6% is zelfs 17 jaar of ouder. Het percentage ‘17-plussers’ is de afgelopen vijf jaar gegroeid van 30% naar 35,6%. Enerzijds betekent dat volgens FEBIAC, de Belgische en Luxemburgse Automobiel- en Tweewielerfederatie, dat motoren lang mee gaan en betrouwbaar zijn, maar anderzijds wil dat ook zeggen dat de nieuwe technologieën die een grotere veiligheid bieden zoals ABS en traction control… nog niet gemeengoed zijn.

Aantal motorrijders?

Het feit dat er ruim 490.000 motoren en scooters in ons land ingeschreven zijn, wil nog niet zeggen dat er ook een zelfde aantal motor- en scooterrijders is. Er zijn immers motorrijders die twee of zelfs meer motoren hebben staan. Het aantal uitgegeven motorrijbewijzen is geen goede maatstaf om het aantal rijders te kennen. Er zijn nog veel oudere rijders die een rijbewijs B van voor 1989 op zak hebben. Dat geeft automatisch recht op het rijbewijs A. Na 1989 is pas het rijbewijs A voor iedereen verplicht gesteld. De mogelijkheid om sinds het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw met het rijbewijs B op een 125 cc te stappen, maakt een juiste schatting van het aantal motor- en scooterrijders ook moeilijk. Wie twee minstens het rijbewijs B heeft, mag met een 125 cc motor of scooter rijden. Het vermogen van die tweewieler is wel beperkt tot 11 kW (15 pk). Sinds mei 2011 is er wel een verplichting om vier uren scholing te volgen, maar er is geen examen voorzien.

Sinds 2014 – het jaar waarin het getrapte rijbewijssysteem voor motoren en scooters in voege kwam – zijn er per jaar zo’n 7.500 rijbewijzen A afgegeven (Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer). 2012 en 2013 waren ‘topjaren’ (net voor de komst van het nieuwe systeem) met 11.337 en 10.122 motorrijbewijzen. In het eerste decennium van deze eeuw lag het aantal jaarlijks op zo’n 8.500 met een piek in 2003 (13.435) en een dal in 2006 (6.979).

Altijd als eerste op de hoogte zijn van het laatste motornieuws?
Download de MaxxMoto App, voor iPhone of Androïd.