Een Waal, een Brusselaar, een Oostkantonner en een Vlaming gaan op café… Het zou het begin kunnen zijn van een mop, maar in dit geval is het de start van m’n grootste motoravontuur ooit. Echt racen, met zware motoren op een groot circuit. Dat is dat ding waar veel motorrijders van dromen en de meesten bij afhaken als ze zien welke inspanningen er voor nodig zijn. Zo was ik ook, tot voor dit seizoen. Maar een beetje groepsdruk, de juiste sponsoren en een topteam zorgden ervoor dat ik nu niet langer alleen motorjournalist of testrijder ben. Nope, sinds 22 september 2024 ben ik piloot. Volg even mee hoe dit avontuur tot stand kwam…en hoe het grandioos afliep!
Tekst: Arno Jaspers Foto’s: Jonathan Godin, James de Ridder
Het is intussen dik tien jaar geleden dat ik Arnaud Brochier voor de eerste keer tegen het lijf liep op een perspresentatie. Wat begon met occasioneel samen wat optrekken tijdens motortests, groeide uit tot een goede samenwerking bij de Bikers School in Spa-Francorchamps. Daar heb ik sinds enkele jaren immers het enorme privilège om beginnende en gevorderde circuitrijders te begeleiden bij hun trackdays op het mooiste circuit ter wereld.
Maar motoren testen of mensen begeleiden, da’s nog iets totaal anders dan zelf racen. Toegegeven, dankzij deelnames aan enkele endurance- en sprintraces met heel lichte motoren in het verleden, had ik al wel iéts van ervaring, maar niets noemenswaardigs. En al helemaal niets in vergelijking Met Arnaud (de Waal) die al een jaar of twintig in racepaddocks rondhangt, of Stig Dupuis (de Oostkantonner), m’n andere teamgenoot.
Net zoals Arnaud mocht Stig eerder al op het hoogste podiumtrapje klimmen tijdens de 6u van Spa. Een mooie prestatie op z’n jonge leeftijd, maar een vader die ooit nog op WK niveau racete en mee aan de basis lag van de Bikers School spreken natuurlijk in zijn voordeel. Je snapt het, mijn gebrek aan ervaring maakte ik o.a. goed met straffe teamgenoten.
Eerst inschrijven, dan een motor en sponsoren zoeken
Of toch al zeker wat betreft de piloten, maar dat is natuurlijk slechts het topje van de ijsberg. Een deelname aan de 6 Heures Moto begon in ons geval met een inschrijving bij organisator DG Sport, zo’n dik half jaar voor de wedstrijd plaatsvond.
Als kleine Vlaming tussen de Fransozen was ik natuurlijk de laatste om op de hoogte gebracht te worden dat ik ingeschreven was voor de wedstrijd en in eerste instantie dacht ik dat het om een grap ging. Niet in het minst omdat ik naast de gebruikelijke gegevens ook gevraagd werd naar een racepalmares. “Drie jaar op rij recordhouder voor het kleinste pietje van Vlaanderen”, viel bij de Waalse organisatoren meteen in goede aarde, al volgden er dan enkele maanden van twijfels.
Ik had geen motor, geen sponsoren, geen racelicentie en bijgevolg dus ook geen poot om op te staan. Wat heb ik wel? Goesting. Zin. Envie. Combineer dat met wat doorzettingsvermogen, een internetverbinding, telefoon en je komt al een heel eind. Oh, en een partner die me van de grond schraapt met goede raad en motivatie na iedere afwijzing, da’s natuurlijk onmisbaar.
Ready to Race?
Lang verhaal kort: Hoewel mijn teamgenoten erop stonden om met hun eigen 1000cc superbikes in de 1000 Amateurklasse te rijden, ging mijn voorkeur uit naar een iets flamboyantere aanpak.
KTM is altijd Ready to Race en nadat ex-collega’s Renaud Amand en William Millios in de beginjaren 2000 al eens de 6 uren reden op een nakedbike, zag ik het wel zitten op de nieuwe KTM Super Duke 1390 R. U misschien beter bekend als ‘The Beast’. Een motor met 190pk en 144Nm koppel in het vooronder die vooral wheelies wil maken. En waarvoor rondetijden in eerste instantie bijzaak lijken. Dat de racebond en organisatie ter elfder ure nog een open klasse moesten voorzien om deze motor in in te schrijven, spreekt trouwens ook boekdelen. Waarvoor mijn oneindige dank aan alle betrokkenen!
De KTM Super Duke is eveneens een motor waarvan ik de 1290 R -versie ooit horizontaal in een weiland parkeerde met een afstapsnelheid van rond de 130km/u. Je begrijpt meteen dat er nog wel flink wat demonen in m’n hoofd ronddoolden met betrekking tot deze specifieke machine.
The Beast regelen voor deelname aan de 6u bij de mannen van KTM Belux ging verbazingwekkend vlot, al was de motor daarmee nog niet getemd. Wat veringklikjes en elektronica-afstelling zorgden voor meer vertrouwen, maar de echte verademing volgde pas na het monteren van Dunlop KR slicks.
Dankzij de jongens van Hoco Parts en Dunlop België kon ons team op dit zwarte goud rijden, wat voor mij ook de uiteindelijke doorslag zou geven om in alle rust aan de wedstrijd te beginnen. Ik had misschien geen grip op het wedstrijdverloop of een hoop andere factoren, maar nu stond het tenminste buiten kijf dat ik de motor en mezelf veilig tot het uiterste kon pushen.
Drie rijders zijn nog lang geen team
Enfin, daar ging natuurlijk nog wel een stuk meer aan vooraf. De motor en je materiaal is één ding, maar wat motoren, banden en drie piloten zijn absoluut nog geen team. Nee, die laatste fase werd pas compleet toen we alle helpende handen bijeen kregen.
Fabian François – oftewel de Brusselaar uit de cafégrap in het begin van dit artikel – wilde ons team (wonder boven wonder) managen. Zijn ervaring als piloot, dataman, veringspecialist, developer en teammanager speelt onder de noemer Fast Forward Racing eigenlijk mee op wereldniveau en daarmee tilde hij het team meteen een trapje hoger.
Tel er nog een trouwe schare mechaniekers (merci Julien, Raphaël, onze eigenste Leo De Rijcke), Pitbordcrew (Audry, Alexandra, mijn eigenste Cinthia) Tankers (Eric, Marco) en nog tal van andere helpende handen en dan heb je pas de mensen en middelen om aan dit avontuur te beginnen.
De start: pamper meteen vol
Een avontuur dat voor sommigen in de eerste bocht al gedaan zou zijn. Na overleg binnen het team werd besloten dat ik – herhaling: 0% race-ervaring – de Le Mans start zou nemen. Na een kwalificatie op de 31ste plek, rende ik met trillende benen en een lijf vol adrenaline af op m’n Super Duke. De startknop indrukken, dikke ploffen uit de V-twin en dan volgas knallen om bij de haarspeldbocht van La Source al bijna omver gekegeld te worden door een iets te enthousiaste Pool. De spurt met het mes tussen de tanden werd al snel ingeruild voor opnieuw wat gezond verstand en vanaf dan kon de wedstrijd pas echt beginnen.
Endurance racen is minder toegankelijk dan een sprintrace voor toeschouwers, al vind ik het net de mooiste motorsport omwille van de vele facetten van de discipline. Met snel rijden alleen ben je helemaal niets. Je moet rechtblijven, communiceren met je team, bovenal constant rijden en eigenlijk win je de race met vlotte pitstops. En de nodige dosis geluk natuurlijk.
Teammanager Fabian had het allemaal mooi gepland aan de hand van ons benzineverbruik, maar dan nog loop je soms tegen zaken aan die je helemaal niet verwacht had. Dat m’n Super Duke wat minder hard liep dan de superbikes kon me bijvoorbeeld gestolen worden…maar dat zo’n pitbord best moeilijk af te lezen is, had ik helemaal niet zien aankomen. En da’s natuurlijk wel nodig als je bijvoorbeeld niet halverwege de baan zonder benzine wil vallen.
Wat kwam er nu weer na hoogmoed?
Gelukkig liep alles onder een stralende zon van een leien dakje. Binnen de kortste keren klopte ik als überamateur aan in de top-20 met tijden rond de 2.37-2.39 en teamgenoot Stig reed zelfs een persoonlijk record in 2m32. Bijlange niet slecht voor een eerste comeback na een horrorcrash 4 jaar geleden! Het enige wat nog roet in het eten kon gooien was…
…een crash. Met minder dan 2u rijden te gaan zou de oudste van de bende, Arnaud, met z’n smikkel tegen het asfalt gaan bij een overmoedige inhaalpoging in de busstop chicane. Pasgeverfd kuipwerk: kaputt. Helm voor de vuilbak. Ego? Rijp voor uitblutsen met wat pintjes in de bar achteraf.
Gelukkig was iedereen er snel bij om de Superduke opnieuw in de baan te krijgen en na een laatste wissel finishte Stig voor het team op de 24ste plaats. Lang niet slecht op de 72 deelnemende teams van deze compleet uitverkochte editie.
Epiloog
Spa-Francorchamps groeide de laatste jaren uit tot een tweede thuis met dank aan de DG Sport familie, maar de intensiteit van een wedstrijd op deze prachtbaan had ik vooraf nooit kunnen inschatten.
De Le Mansstart staat in m’n geheugen gegrift, net zoals tal van kleine momenten uit de race die ik hier onmogelijk kan opsommen en uiteraard eindig je dan weer bij het enorme cliché van het post-race interview waarbij alle sponsoren, helpers, de organisatie en deelnemers nog eens de revue passeren. En of ik volgend jaar opnieuw aan de start zal staan? Geen idee, daarvoor ga ik eerst nog een wintertje nagenieten van deze editie. Niet in het minst met onderstaande reportage van Alexander Krasinski in naam van Carters & Pistons.
Deze reportage kwam tot stand dankzij de steun van:
DG SPORT – BIKERSDAYS – BIKERSSCHOOL
DUNLOP – HOCO PARTS
FAST FORWARD RACING
CARTERS & PISTONS – MAXXMOTO